De plannen m.b.t. de bouw van een Woonzorgcomplex zijn afkomstig van Eerste Hulpstichting HL. Deze stichting is destijds tot dit besluit gekomen om geld te verdienen voor het museum en voor restauratie van de monumenten op het complex.
Op deze site kunt u de informatie – die ook huis aan huis verspreid is- nog een nalezen (aanbiedingsbrief Woonzorg; brief aan gemeenteraad; brief aan de bewoners; toekomstvisie Kerkebosje). Op de informatieavond van 30 januari j.l. is door de directeur van de stichting, Dhr. Ger Eickmans, een inleiding vezorgd, die ook hier is weergegeven.
Verder treft u hier een brief aan van de Eerste Hulpstichting HL over hun filosofie tav de plannen en bebouwing Kerkebosje gestuurd naar de dorpsvereniging tbv de ALV van 26 maart jl.
Pdf filosofie EHHL gestuurd aan dorpsvereniging tbv ALV 26 maart jl.
———————————————————————————————————————————–
Inleidende tekst 30 jan. 2008, informatiebijeenkomst dorpsvereniging
Ger Eickmans, directeur eigenaar en opdrachtgever Kerkebosje;
Geachte aanwezigen;
1. Van 1953 tot ca 2001 heeft de gemeente Groesbeek achter bebouwing van het Kerkebosje gestaan. Rond 1997 heeft de gemeente nog gewerkt aan een nieuw bestemmingsplan waarbij de ‘non-profit’ bestemming zou moeten worden omgezet in een bestemming wonen in de vrije sector. In november 1999 is na overleg met de provincie besloten het reeds uitgewerkte bestemmingsplan niet in procedure te brengen. Vervolgens is, eveneens met medewerking van gemeente , met architect Dick Pouderoyen, rond 2001 een woonzorg-project uitgewerkt ten behoeve van Habicura. (80 eenheden + hoofdgebouw). Habicura (Dekkerswald) heeft die plannen uiteindelijk toch moeten laten schieten.
2. Het gegeven dat deze initiatieven procedureel of anderszins onhaalbaar bleken is de reden dat er toen geen overleg met de wijk heeft plaatsgevonden. Uitzondering is het overleg over eventuele bebouwing van het huidige parkeerterrein van het museum rond 2002/2003, een visie die nog altijd de geldende gemeentelijke visie is. De negatieve reacties van buurt en provincie waren echter zo krachtig dat juli 2004 duidelijk was dat de gedachte bestemmingsplanwijziging en daarmee de ‘uitruil’ met het kerkebosje, volgens ons absoluut geen kans zou maken.
3. Wij laten dan weten, zoals nadrukkelijk schriftelijk vastgelegd, terug te keren naar ontwikkeling van het Kerkebosje. Omdat de gemeente bouwen in het Kerkebosje niet meer ziet zitten houdt ze formeel vast aan de kansloze missie van bouwen op parkeerterrein.
4. Om duidelijkheid over de bestemming te verkrijgen wordt op aandringen van de gemeente een onafhankelijk deskundig advies ingewonnen over de ‘geldigheid’ en reikwijdte van de bestemming uit 1954. Het antwoord was overduidelijk, de rechten zijn ruim en tot op de dag van vandaag onomstreden. Het is dan 2005 en de HLS gaat concreet aan de slag met de planvorming.
5. Inmiddels is er echter in 2004 een totaal nieuwe situatie ontstaan, een situatie met nieuwe kansen, maar ook met nieuwe zorgen en verantwoordelijkheden. Het gehele complex is aangewezen als Rijksmonument. De gemeente is plotsklaps 29 rijksmonumenten rijk geworden, waarvoor zij samen met de eigenaar HLS verantwoordelijk is. De nieuwe kans bestaat uit de unieke mogelijkheid, door invulling van de bestaande bestemming van het Kerkebosje, de instandhouding van het Rijksmonument te waarborgen, en daarmede ook de toekomst voor begraafpark en m.n. museum. De HLS vraagt dan ook restauratiearchitect Tak de relatie Kerkebosje-Rijksmonument tot centraal punt te maken. Een eerste suggestie van Tak zelf van een concrete invulling wordt al juni 2005 aan B&W c.s. gepresenteerd.
6. Van meet af aan heeft ons bestuur aangegeven dat zij bij de planontwikkeling kiest voor een zorgvuldig proces van overleg en afstemming met gemeente, RACM, wijk, en anderen.
Eerst zijn in samenwerking met de Restauratiest. Complex H. Landstichting alle restauratieplannen uitgewerkt. Daarna is voor de inhoudelijke kant een deskundig partner gevonden in Woonzorg Nederland B.V. Samen met hen, met Tak en ondermeer de Rijksbouwmeester hebben we vervolgens een selectieprocedure gevolgd die vijf toparchitecten opleverde. Maarten Otten, een van hen, is hier.
Op basis van door die architecten in te leveren bouwschetsen, waarbij de focus lag op paviljoenen langs de as op het middendeel, niet op de randen van het Kerkebosje, zouden we tenslotte dé architect kiezen (beperkte inschrijving). Die eerste schetsen van de uitverkoren architect zouden we dan aan alle belanghebbenden, ook aan de wijk, voorleggen. Maar dé architect is nooit gekozen en ook de bedoelde schetsen zijn nooit ontwikkeld. Reden: de gemeente overviel ons juli 2007 met de aankondiging van een voorbereidingsbesluit.
7. Vanaf dat moment was er maar een mogelijkheid. In het belang van de instandhouding van het Rijksmonument HLS moesten en moeten we allereerst onze rechten veilig stellen. Dat kon niet anders dan door tijdig, voor 20 december, een concrete bouwaanvraag in te dienen. U zult begrijpen dat Woonzorg en architect een krachttoer moesten verrichten om voor 20 december jl. een compleet en passend bouwplan gereed te krijgen. Het was extra lastig omdat de gemeente liet blijken geen enkele actieve medewerking te willen verlenen. Er was geen tijd, geen beeldmateriaal of andere informatie beschikbaar om met wie dan ook nog overleg te plegen.
8. Op 18 december heeft ons eigen bestuur en tegelijkertijd het bestuur van de Dorpsvereniging voor het eerst kennis genomen van de inhoud en uiterlijk van het plan. De planpresentatie kwam inhoudelijk van Woonzorg, de ruimtelijke studies en architectuur kwam van Architecten aan de Maas. Wij zullen die presentatie dadelijk voor u in het kort herhalen.
9. Ook al konden we geen overleg plegen, er is natuurlijk wel zoveel mogelijk met alle belangen, ook die van de wijk rekening gehouden. Ik denk daarbij zowel aan het zorgconcept als aan de bouwkundige afstemming op de boomhoogtes, de zichtlijnen, ontzien van bestaande en herstel van verloren cultuurhistorische waarden, zo min mogelijk aanslag op het groen, versterking van de natuurwaarden op andere plaatsen, noem maar op. De door u ontvangen aanbiedingsbrief geeft hoop ik een beeld van de professionaliteit en zorgvuldigheid die gehanteerd is. En nogmaals, het bouwen aan de wegranden, dat is een door gemeente opgelegde verplichting.
10. Het is geen klassiek bejaardenoord, maar een hedendaags centrum waarin service en zorg op alle niveaus kan worden geboden, van boodschappenservice tot maaltijden, van incidentele verpleging of dagopvang van een al dan niet dementerende partner tot permanente verpleging en terminale zorg. Deze voorzieningen zijn er niet in de omgeving. In de H. Landstichting ontbreken zelfs simpele faciliteiten als arts, fysiotherapie, apotheek, steunpunt hulpmiddelen, etc.
Conclusie: Het is dus zo dat de HLS vanuit haar verantwoordelijk voor de instandhouding van het Rijksmonument, museum en begraafpark in het bijzonder, verplicht is tot een financieel gezonde ontwikkeling van het kerkebosje te komen.
Vanuit dat gegeven is in extreem korte tijd binnen het keurslijf van het geldend kader een in onze ogen voor alle betrokkenen goed bouwplan geschapen.
Door het slaan van het voorbereidingsbesluit heeft de gemeente willens en wetens voorkomen dat tot andere, voor aanwonenden wellicht meer acceptabele bouwvormen gekozen kan worden.
Voor overleg over een andere invulling, nog beter afgestemd op het Rijksmonument en alle andere spelende belangen, staat de HLS open. Het ziet er echter naar uit dat de gemeente zich daarbij in een erg moeilijke positie gemanoeuvreerd heeft. Ik doe desondanks een dringend beroep op wethouder Thijssen om, wellicht samen met provincie, een uitweg te zoeken die een integrale insteek en breed overleg weer een kans kan geven.
Tot die tijd willen we/moeten we onze kaarten zetten op het verkrijgen van de bouwvergunning. Daarbij blijft natuurlijk nader overleg mogelijk over de concrete invulling van de zorgaspecten, dienstbaar aan de wijk. Ik mag namens Woonzorg zeggen dat zij daar volledig open voor staan.
Ik geeft nu graag even het woord aan collega Pieter Mathijs Gijsbers, die vanuit zijn ervaring met Monumentenzorg iets meer wil vertellen over de door ons gekozen insteek; Behoud door ontwikkeling.
Bedankt voor uw aandacht.
————————————————————————————————————————————
Brief Eerste Hulpstichting HL aan Gemeente Groesbeek
Aan de leden van de Raad van de
Gemeente Groesbeek
Betreft; Voorbereidingsbesluit inzake het Kerkebosje
Heilig Landstichting, 14 december 2007
Geachte heer, mevrouw,
Met klem vragen wij uw aandacht voor de raadsvergadering van 20 december aanstaande, agendapunt ‘Voorbereidingsbesluit Kerkenbos Heilig Landstichting’.
1. Op grond van de argumenten die hieronder worden geformuleerd, vragen wij u niet in te stemmen met het voorstel van het College van B&W een voorbereidingsbesluit te nemen ten aanzien van het bouwperceel Kerkebos te Heilig Landstichting.
A. Onzorgvulduldige procedure
2. Op het perceel Kerkebos te Heilig Landstichting rust een bouwbestemming [‘stichtingen ten behoeve van niet commerciële doeleinden’]. Sedert de aanwijzing van het Rijksmonument Heilig Land Stichting in december 2003, is de eigenaar van dit bouwperceel [stichting Eerste Hulp Stichting der Heilig Land Stichting; hierna HLS] doende een bouwplan te ontwikkelen dat qua architectonische kwaliteit een verrijking kan vormen van het rijksmonument en dat qua functionaliteit een aanvulling kan vormen op de ruimtelijke en sociale infrastructuur van het dorp Heilig Landstichting. De ontwikkeling van dit bouwplan geschiedt in overleg met de RACM, TAKarchitecten Delft/Arnhem, Woonzorg Nederland [projectontwikkelaar] en Architecten aan de Maas. De zorgvuldige ontwikkeling van de bouwbestemming van het Kerkebos is onlosmakelijk verbonden met de restauratie en instandhouding van het rijksmonument. Sine qua non: behoud zónder herontwikkeling is in het geval van het rijksmonument Heilig Land Stichting, waarvan Museumpark deel uitmaakt, niet mogelijk.
3. De opdrachtgever HLS en de projectontwikkelaar Woonzorg Nederland hanteren de ministeriële richtlijn die een sterke samenhang bepleit tussen de monumentenzorg en de ruimtelijke ordering [zie kopje ‘Rijksmonument’ hieronder].
4. Bovendien streven Heilig Land Stichting en Woonzorg Nederland, eveneens conform de ministeriële richtlijn, naar een optimale ruimtelijke en functionele inpassing van het bouwplan in de dorpskern van Heilig Landstichting. Vergelijk in dit verband de ministeriële notitie Kunst van Leven (zie kopje ‘Rijksmonument’ hieronder].
5. Maar dit delicate en moeilijke proces van optimale afstemming [rijksmonument én dorpsbelang] is ruw verstoord door de mededeling van het College van B&W, bekend gemaakt tijdens een gesprek 26 juni 2007 met de wethouders P. Spaan en J. Thijssen, dat het overweegt ten aanzien van het Kerkebos op termijn een voorbereidingsbesluit te nemen, ‘afhankelijk van een door de stichting vóór 31 augustus in te dienen nader stappenplan’.]
6. Geheel in tegenspraak tot hetgeen in dat gesprek wordt afgesproken, besluit het College op 3 juli, nog voordat een stappenplan door HLS is voorgelegd en zonder enig overleg met de HLS al in de raadsvergadering van 30 augustus 2007 het slaan van een voorbereidingsbesluit aan de orde te stellen.
7. Over dit besluit worden wij terloops en bij toeval geïnformeerd op 9 juli. De bevestiging van dit besluit volgt alsnog schriftelijk op 13 juli. De HLS reageert verontrust op dit onverhoedse besluit van het college in een brief gedateerd 31 juli 2007 [zie bijlage 2].
8. Zowel in het gesprek van 26 juni als in de brief van 31 juli brengt de HLS het College verontrust en met grote zorg onder de aandacht dat een voorbereidingsbesluit de nog prille maar fundamentele en onmisbare discussie tussen de deskundigen over de kwaliteitsvolle herontwikkeling van het rijksmonument onmogelijk maakt en daarmee de instandhouding ervan rechtstreeks in gevaar brengt. Evenmin biedt het proces zoals het college dat voorstaat ruimte voor een zorgvuldige weging en verwerking van de dorpsbelangen, de waarden van natuur en landschap en die van wonen en economie in het algemeen. Kortom: op geen enkele wijze getuigt het voornemen van het College dat het belang hecht aan een zorgvuldige en integrale planontwikkeling van het Rijksmonument Heilig Land Stichting.
9. Op 17 juli 2007 besluit het College het voorbereidingsbesluit in de raadsvergadering van 20 december 2007 aan de orde te stellen. Dit houdt in dat de HLS en Woonzorg Nederland uiterlijk op 20 december 2007 een volledig ontwikkeld bouwplan op tafel moeten kunnen leggen. Met dit uitstel lijkt het College de HLS en Woonzorg Nederland tegemoet te komen. In werkelijkheid is het een schraal gebaar. Vier maanden ‘respijt’ zijn volstrekt onvoldoende een project van deze omvang en van deze complexiteit optimaal te ontwikkelen. De plotselinge haast van het College dient geen enkel belang, maar blokkeert een zorgvuldige afweging. Juist in dit proces mag van het College rust, visie en wijsheid worden verwacht.
10. Naar de opvatting van de HLS toont het College met dit overijlde en onverhoedse besluit in het bijzonder aan op geen enkele wijze de moderne monumentenzorg serieus te nemen. Bij herhaling heeft de HLS het College gewezen op de gemeentelijke verantwoordelijkheid optimaal bij te dragen aan een integrale visie op monumentenzorg en ruimtelijke ordening. Het antwoord van de verantwoordelijke wethouder luidt telkens dat de monumentenzorg binnen het bouwplan Kerkebos geen enkele rol speelt. Met klem wijzen wij u op de onjuistheid van deze inschatting.
11. De wettelijk bepaalde rol van de gemeente binnen het proces van restauratie en herontwikkeling van het monument [zeker als daarbij ruimtelijke ordening een rol speelt!] dient een actieve, constructieve en sturende te zijn.
12. De praktijk is anders. De schriftelijke verklaring van het College in de brief 26 juli suggereert nog een constructieve benadering [‘College van B&W zal medewerking verlenen aan een door aanvragers in te dienen bouwplan vallend binnen huidig geldend kader. Zie bijlage 1]. Dat geldt ook voor de verklaring van wethouder P. Spaan, uitgesproken namens B&W tijdens een eerste officiële presentatie van het bouwplan op 6 november 2007, ‘het verzoek aan ons is duidelijk. Belangrijk is nauw contact te houden met de betrokken ambtelijke afdelingen. Aan B&W is het te bepalen welke ruimte in tijd en welke marges op de verordening mogelijk of op zijn plaats zijn. Belangrijk is ieder geval elke ruimte die er is zo goed mogelijk in te vullen, zodat er gezegd kan worden ‘we hebben samen deze race gelopen’. Achteraf moeten wij echter constateren dat die medewerking en samenwerking door het College uitsluitend gedefinieerd wordt als een toetsing aan geldend kader. Van enige inbreng of ruimte ter verkrijging van een zo hoog mogelijke kwaliteit is helaas geen sprake. Veelzeggend is in dit verband de afwijzing van een ontheffing voor een marginale afwijking ten behoeve van ondergronds parkeren [zie bijlage 2].
13. Conclusie: de wijze waarop het College inzake het dossier Kerkebos omgaat met de belangen van eigenaar, omwonenden en cultuurhistorie is onzorgvuldig. Het College vraagt u op 21 december 2007 aanstaande in te stemmen met een besluit dat beter niet kan worden genomen. Het schaadt het proces van een zorgvuldige ruimtelijke ordening, waarin alle belangen zorgvuldig worden gewogen. U mist de uitzonderlijke kans in eendrachtige samenwerking met alle betrokkenen een voorbeeldstellende herontwikkeling te realiseren van een van Nederlands meest omvangrijke en unieke rijksmonumenten. Alleen een op deze wijze te realiseren herontwikkeling kan de belangen van alle betrokkenen dienen. Wij roepen u derhalve op het voorbereidingsbesluit niet te nemen.
B. Planschade
14. Naar nu blijkt is de gemeente Groesbeek al sinds mei 2006 van plan een voorbereidingsbesluit te nemen ten aanzien van het Kerkebos. Argument voor deze constatering biedt het planschaderapport dat is opgesteld door Sargas. De gemeente Groesbeek heeft dit rapport in mei 2006 in opdracht gegeven.
15. Het rapport wordt in januari 2007 aan de gemeente Groesbeek gepresenteerd. Sargas formuleert in dit rapport dat de gemeente, in het geval ze de bebouwingsmogelijkheid van het Kerkebos schrapt, geen planschade hoeft te verwachten. Mede op grond van dit advies besluit het College te kiezen voor een voorbereidingsbesluit.
16. Het voornemen van het College uit mei 2006 wordt aan de eigenaar HLS bekend gemaakt op 26 juni 2007. Ruim een jaar later! En dan wordt de HLS krap acht weken geboden een compleet plan te ontwikkelen. Dat is, ook bestuurlijk gezien, weinig correct.
17. Terwijl het College aan de ene kant onderzoekt hoe het de bouwbestemming van het Kerkebos kan blokkeren, suggereert ze aan de andere kant ‘constructief’ te staan tegenover het door de HLS zorgvuldig ontwikkelde proces van afstemming tussen bouwbeschikking, monumentenzorg en bewonersbelang.
18. Door de HLS al die tijd niet in het voornemen van het voorbereidingsbesluit te kennen, accepteert het College willens en wetens dat de HLS heel veel geld en moeite investeert in een beleid en een project dat zij voornemens is te laten struikelen. Wij achten deze handelwijze laakbaar.
19. Hoewel het niet de taak is van de HLS het planschaderapport van Sargas te toetsen, constateren wij dat dit rapport, mede als gevolg van onvolledige voorlichting en halve waarheden van gemeentewege verstrekt, tot een onjuiste inschatting komt. In de Bijlage 3 verschaffen wij u op hoofdlijnen inzicht in de argumentatie waarop wij bovenstaande constatering baseren [in het bijzonder ‘passieve aanvaarding’].
20. De HLS zal niet nalaten de gemeente Groesbeek aansprakelijk te stellen voor alle nadelige effecten die samenhangen met het nemen van een voorbereidingsbesluit c.q. bestemmingsplanwijziging voor het Kerkebos.
21. Naar onze mening loopt de gemeente Groesbeek een groot financieel risico. Wij wijzen u uitdrukkelijk op deze situatie en geven u in overweging deze situatie een rol te laten spelen bij uw keuze ten aanzien van het voorbereidingsbesluit Kerkebos.
22. Maar het is niet zozeer materiële als wel immateriële schade die het gevolg is van het nemen van een voorbereidingsbesluit. De gemeente Groesbeek maakt het onmogelijk de rijksmonumentale belangen en de belangen van de bewoners van Heilig Landstichting hun plaats te geven in dit proces.
C. Belangen dorpskern Heilig Landstichting
23. De ontwikkeling in het Kerkenbos van een woonzorgcomplex is, zowel in relatie tot de dorpskern Heilig Landstichting als in relatie tot de ruimere omgeving, een positieve ontwikkeling, zowel vanuit het oogpunt van welzijn, wonen en zorg.
24. Het complex biedt duurzame en aangepaste woonmogelijkheden voor ouder wordende inwoners van Heilig Landstichting en anderen die zich aangetrokken voelen door het bijzondere leefklimaat dat is verbonden met het wonen in het Rijksmonument Heilig Land Stichting.
25. Het complex kan voorts de in de dorpskern van Heilig Landstichting zo node gemiste voorzieningen bieden op gebied van zorg, comfort en welzijn. De verwaarloosde aanleg van het Kerkebos kan plaats maken voor een verzorgd en toegankelijk parkgebied, waarvan de waardevolle cultuurhistorische en landschappelijke elementen kunnen worden hersteld en daarna behouden.
26. Het bouwplan voorziet voorts in een afronding van de woonkern. Bovendien worden kerk en pastorie van de Cenakelkerk betrokken bij het dorp, onder meer door middel van een herstelde ‘Engelenlaan’.
D. Rijksmonument Heilig Landstichting: behoud door ontwikkeling
27. Het Rijksmonument Heilig Land Stichting vormt qua omvang [ruim 50 hectaren met 29 objecten] en vormgeving [architectuur en decoratie in oriëntaalse vorm] een uitzonderlijk rijksmonument, uniek voor Europa. Het is aangewezen in februari 2004. Zie voor meer informatie over het rijksmonument Bijlage 5 [brochure De Verwondering hersteld].
28. In het gesprek van 26 juni en nogmaals schriftelijk in de brief dd 31 juli brengt HLS het college onder de aandacht dat ‘de zorg voor het Rijksmonument een gedeelde zorg is van eigenaar en overheid. Juist deze door het Rijk aan gemeente gedelegeerde opdracht vraagt om een visie die uitgaat van de samenhang tussen ruimtelijke ordening, cultuurhistorie en monumentenbeleid’.
29. Vergelijk in dit verband de ministeriële richtlijn uit de nota Kunst van Leven, Hoofdlijnen cultuurbeleid, Den Haag 2007, 29]: ‘Het monumentenbeleid moet beter inspelen op de kwaliteit van de omgeving. Om dit te bereiken wil ik meer samenhang aanbrengen tussen de monumentenzorg en ruimtelijke ordening.’ Ruimtelijke ordening en cultuurhistorie zijn dus geen tegenpolen, in een integraal beleid kunnen ze elkaar, juist door ontwikkeling, prima versterken!
30. Ook het uitgangspunt van HLS en Woonzorg Nederland inzake de restauratie van het Rijksmonument Heilig Landstichting is gebaseerd op de ministeriële richtlijn: ‘De noodzaak van ‘behoud door ontwikkeling’ wordt al langer onderkend. Deze benadering moet meer worden toegepast, ook door het professionele veld van de monumentenzorg zelf. De opgave voor de monumentenzorg is om de trots op het verleden te verbinden met de vernieuwingen waar de samenleving om redenen van economie, duurzaamheid en sociale samenhang om vraagt.’ [nota Kunst van Leven, Den Haag 2007, 29].
31. Tenslotte nog eens de minister van OCW: ‘De kwaliteit van architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur wordt bepaald door een samenspel van opdrachtgevers, ontwikkelaars en gebruikers.’ [nota Kunst van Leven, Den Haag 2007, 28].
32. De keuze van het College door middel van een voorbereidingsbesluit op voorhand een brede visie op de aanpak van de restauratie van het Rijksmonument Heilig Land Stichting onmogelijk te maken, staat dus haaks op moderne, vigerende opvattingen over monumentenzorg.
E. Bouwaanvraag
33. Op 19 december 2007 dienen HLS en Woonzorg Nederland een bouwaanvraag in voor een woon-zorgcomplex op het Kerkebos te Heilig Landstichting. Deze aanvraag, die is ontwikkeld binnen een uiterst korte tijd, voorziet in een kwaliteitsvolle bebouwing binnen de wettelijke kaders.
34. Met klem wijzen wij op de situatie dat een ruimer ruimtelijk kader en ruimere mogelijkheden tot overleg waarschijnlijk op alle terreinen tot verdere kwaliteitsverbetering zou kunnen leiden, niet in de laatste plaats in aanpassingen ten behoeve van de leefgemeenschap van de Heilig Landstichting. Wij betreuren het zeer dat als gevolg van het juli-besluit van het College ons de mogelijkheid is ontnomen tot hoorzittingen en andere vormen van fatsoenlijk vooroverleg. Het zorgvuldige proces waarin monumentenzorg en ruimtelijke ordening optimaal op elkaar worden afgestemd, wordt met een voorbereidingsbesluit onmogelijk.
35. Vanaf de aanwijzing tot Rijksmonument in 2004 bepleit de HLS een intensief overleg met de gemeente over de ontwikkeling van het Kerkebos. Per brief dd 6 juni 2005 heeft de HLS deze visie nog eens bekrachtigd. Tot in 2000 bepleitte ook de gemeente Groesbeek actief een ontwikkeling van het Kerkebos.
36. De gemeente Groesbeek is door de HLS afgelopen jaren van alle ontwikkelingen op de hoogte gehouden en in de planvorming betrokken. De eerste concrete schetsen voor het Kerkebos, ontwikkeld door TAKarchitecten, werden de gemeente al in 2005 gepresenteerd. Tijdens een werkoverleg op 23 juni 2006, waarvoor alle Groesbeekse raadsleden persoonlijk waren uitgenodigd, is door de HLS toelichting verschaft op de ontwikkeling van het Kerkebos, mede in relatie tot het Masterplan voor de Heilig Landstichting en de plannen voor de herontwikkeling van Museumpark Orientalis.
F. Conclusie: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald
Op grond van de hierboven geformuleerde argumenten verzoeken wij u niet in te stemmen met het voorstel en dus geen medewerking te verlenen aan een voorbereidingsbesluit. Wij willen geen concessies doen aan zorgvuldigheid en kwaliteit en verzoeken u dringend ons hierin te volgen. U houdt daarmede in ieder geval de kans open het door Woonzorg Nederland BV te vestigen woon-zorgcomplex nog beter af te stemmen op de situering en behoud van het Rijksmonument Heilig Landstichting en op de belangen van de dorpgemeenschap van Heilig Landstichting.
Namens het Bestuur van de Eerste Hulpstichting der Heilig Land Stichting,
Mr. Thomas A. M. A. van der Ven, secretaris
Ger J. Eickmans, directeur
Namens de Stichting Complex Restauratie H. Landstichting
Jan G.G. Spanhoff, voorzitter
cc. College van Burgemeester en Wethouders gemeente Groesbeek
Bijlagen:
1. Brief dd 26 juli 2007
2. Brief dd 31 juli 2007
3. Feitenoverzicht december 2007
4. Brief dd 28 november 2007
5. Brochure De verwondering hersteld met aanbeveling
Brief Eerste Hulpstichting HL aan bewoners Heilig Landstichting
Heilig Landstichting, 27 januari 2008
Betreft: Bouwplannen Kerkebosje
Zeer geachte heer, mevrouw,
In onze dorpsgemeenschap is onrust ontstaan over de bouwplannen op het zogenoemde Kerkebosje. Met deze brief en een drietal bijlagen wil het bestuur van de Eerste Hulpstichting der Heilig Land Stichting [hierna te noemen HLS]- eigenaar en opdrachtgever- duidelijkheid verschaffen rond de planontwikkeling van het Kerkebosje. Wij ontvouwen onze uitleg puntsgewijs. Zo hopen wij u gestructureerd inzicht te kunnen verschaffen in de ontwikkelingen van de afgelopen maanden en in de kansen die de beoogde planontwikkeling biedt.
1. Sinds 1953 voorziet het bestemmingsplan van de gemeente Groesbeek in bouwmogelijkheden op het Kerkebosje. De bestemming geeft mogelijkheden voor sanatoria, rusthuizen, museale en andere ‘non-profit’-bestemmingen. Eerdere plannen zijn om uiteenlopende redenen niet geconcretiseerd. De bouwrechten zijn echter onomstreden.
2. Het Kerkebosje is onderdeel van het in 2004 aangewezen ‘Rijksmonument Heilig Land Stichting’. Met de aanwijzing tot Rijksmonument is een geheel nieuwe situatie ontstaan. Vanaf dat moment is de ontwikkeling van het Kerkebosje onlosmakelijk verbonden met de opdracht de toekomst van het Rijksmonument te waarborgen. Behoud door ontwikkeling! De opbrengsten die voortvloeien uit die ontwikkeling zullen in een fonds worden opgenomen [‘endowmentfund’] van waaruit de instandhouding van het Rijksmonument wordt veiliggesteld. Dat zonder de instandhouding van het Rijksmonument er geen toekomst is voor begraafpark en museum moge duidelijk zijn; beide zijn er immers in gehuisvest en beide zijn er in hun uitstraling van afhankelijk. Bovendien vormen de rijksmonumentale objecten het leeuwendeel van de museale collectie en bovendien een onmisbaar aspect van de museale educatie. Het is om deze reden dat het bestuur van de HLS de mogelijkheid van de planontwikkeling van het Kerkbosje niet mag verspelen.
3. De restauratie en herontwikkeling van dit omvangrijke rijksmonument is een uiterst verantwoordelijke opdracht. Hiervoor is door TAK architecten een Masterplan ontwikkeld, in samenwerking met deskundigen op het terrein van monumentenzorg [Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, RACM] en landschapsbeheer. In dit Masterplan is de invulling van de bouwbestemming van het Kerkbosje opgenomen.
4. Van meet af aan heeft het bestuur van de HLS aangegeven dat bij de planontwikkeling alle belangen moeten worden gewogen, in de vorm van een zorgvuldig proces van overleg en afstemming met wijkbewoners, gemeente, RACM en anderen. Tot juni 2007 heeft dit proces gefunctioneerd. In het kader hiervan hebben wij de bewoners van de Heilig Landstichting aan de hand van het Masterplan medio 2006 geïnformeerd over de ontwikkelingen rond het rijksmonumentale complex. Tijdens die bijeenkomst is toegezegd u in de bouwplannen te kennen zodra deze concrete vormen zouden aannemen.
5. In juni 2007, midden in voornoemd proces van overleg, overviel de gemeente Groesbeek ons met de aankondiging per omgaande een voorbereidingsbesluit op het Kerkebosje te willen nemen. Voor 20 december 2007 moest er een compleet bouwplan zijn ingediend, anders zou de HLS alle rechten op het terrein verliezen. Die situatie mochten wij, alleen al vanuit onze zorg en verantwoordelijkheid voor het Rijksmonument, nooit laten ontstaan. Met voornoemd besluit heeft de gemeente Groesbeek het traject van afstemming en overleg echter getorpedeerd [zie bijlage 1].
6. Als gevolg van de extreme tijdsdruk die de gemeente Groesbeek met dit besluit veroorzaakte, heeft HLS aan Woonzorg Nederland BV opdracht gegeven met grote spoed een bouwplan te ontwikkelen dat tot in detail in overeenstemming moest zijn met het bestemmingsplan en de gemeentelijke bouwverordening.
7. HLS heeft de gemeente Groesbeek nadrukkelijk kenbaar gemaakt [zie bijlage 3] dat zij binnen het bouwplan alle ruimte wilde geven aan de belangen van de dorpskern. Ook in relatie hiermee is de gemeente gevraagd om medewerking bij de planvorming. De gemeente Groesbeek was echter niet bereid, zelfs niet ten behoeve van onomstreden kwaliteitsverbeteringen in het plan, ontheffingen te verlenen of anderszins medewerking te verschaffen.
8. Op 18 december 2007 leverde de architect het bouwontwerp op. Eerder was er geen concreet plan voorhanden dat door het bestuur van de HLS aan de bewoners van de wijk Heilig Land Stichting kon worden gepresenteerd. Tijdens de speciale bestuursvergadering van 18 december 2007 heeft de architect het ontwerp aan het bestuur van de HLS getoond, en het tegelijkertijd gepresenteerd aan de Dorpsvereniging Heilig Landstichting.
9. Het bestuur van de HLS heeft zich sedert juni 2007 onafgebroken ingespannen de gemeente Groesbeek ervan te overtuigen dat de bruuske beëindiging van het overlegtraject grote schade berokkent aan de belangen van wijkbewoners, rijksmonument en landschapsontwikkeling. Met het doel alsnog ruimte te scheppen voor overleg en perfectionering van het bouwplan heeft de HLS in een ultieme poging op 14 december 2007 de raadsleden schriftelijk opgeroepen het omstreden voorbereidingsbesluit niet te ondersteunen. Wij hebben deze brief als bijlage 1 toegevoegd. Uit de brief blijkt onomwonden dat wij op de bres stonden [én staan!] voor de belangen van de wijk.
10. Ook het bestuur van de HLS is erg ongelukkig met de gang van zaken zoals die zich vanaf juni 2007 heeft ontwikkeld. Het bestuur heeft zich tot het uiterste ingespannen ruimtelijke ordening, monumentenzorg, landschapsontwikkeling én buurtbelang naadloos te verbinden. Helaas kiest de gemeente Groesbeek niet voor een dergelijke integrale benadering. Zij is van opvatting dat de invulling van het Kerkebosje slechts raakt aan ruimtelijke ordening. Deze opvatting is volledig in strijd met de ministeriële richtlijnen ten aanzien van de hedendaagse monumentenzorg.
11. HLS is van mening dat zij binnen de beperking van het geldende wettelijk kader een gedegen en landschappelijk goed ingepast bouwplan heeft gepresenteerd. Een bouwplan afgestemd op een zorgvuldige ontwikkeling voor de kern Heilig Landstichting in het algemeen en voor het Rijksmonument Heilig Land Stichting en het Kerkebosje in het bijzonder. Voor de wijze waarop het ontwerp tot stand is gekomen, verwijzen wij u graag naar de toelichting op de bouwaanvraag [bijlage 2].
12. Binnen dit ontwerp vraagt het landschappelijke element speciale aandacht. Zowel de landschappelijke verkenning van bureau Hollandschap als de historische verkenning door Bureau SB4 geven aan dat de bestaande landschapswaarden met dit bouwplan aanzienlijk worden vergroot. Dit door het versterken van zowel de recreatieve, cultuurhistorische en natuurlijke waarden. Juist zo worden oorspronkelijke betekenis en kwaliteit van de plek opnieuw tot leven gewekt. Het verwaarloosde middengebied zal worden opgewaardeerd in zijn oorspronkelijke functie van axiaal aangelegde entree tot de Cenakelkerk. De nu goeddeels verloederde entree tot Jan Stuyts meesterwerk en de tot ‘restgebied’ gedegradeerde groenstrook [visuele en functionele barrière bovendien tussen dorp en kerk] herrijst in oude luister. De openbare toegankelijkheid wordt in het plan gewaarborgd en verbeterd, de veiligheid vergroot en het Kerkebosje wordt goeddeels als bos hersteld en voor de toekomst behouden.
13. Een visueel en functioneel herstel van het Kerkebosje als entreegebied, met centraal daarin de van rijkswege beschermde Engelenlaan, kroonjuweel van architectonische aanleg, staat haaks op de visie van de gemeente Groesbeek ten aanzien van het Kerkebosje. Zij wenst het gebied uitsluitend te beschouwen als een ‘bufferzone’ die dorp, kerk en museum definitief van elkaar moet isoleren.
14. Tot slot een opmerking met betrekking tot wonen op het Kerkebosje. Onderzoek toont dat de beoogde vorm van zorg-wonen, in het bijzonder in het unieke leefklimaat van het Rijksmonument Heilig Land Stichting, voorziet in een behoefte. Als gevolg van de demografische opbouw is in de kern Heilig Landstichting zelfs sprake van een grote en groeiende vraag naar woningen met zorg op maat, in al haar gradaties. Bovendien zal het gehele scala aan zorgfaciliteiten van het complex zoveel mogelijk worden aangeboden aan de bewoners van de dorpskern. Dergelijke faciliteiten zijn momenteel in het geheel niet beschikbaar.
Met gevoelens van hoogachting tekent namens het bestuur van de Eerste Hulpstichting der Heilig Land Stichting,
E.J. Schröder, voorzitter.
G.J. Eickmans, directeur
Bijlagen:
1. brief aan gemeenteraad d.d. 14 december 2007
2. brief aan BenW bij de aanvraag bouwvergunning d.d. 18 december 2007 [‘aanbiedingsbrief’]
3. notitie Toekomst voor het Kerkebosje, d.d. 24 augustus 2007
Toekomst voor het ‘Kerkebosje’, toekomst voor de H. Landstichting
Concept ge: 24 augustus 2007
Het ‘landgoed Heilig Landstichting’
Bij het landgoed Heilig Land Stichting denken we aan de vestiging in 1911 van een nieuw landgoed, zoals er in de omgeving zijn Dekkerswald, Marienbosch, Nebo, Heijendaal etc. Het indrukwekkende profiel, het dominante vooraanzicht van het nieuwe Heilig Land, uittorende en ‘neerkijkend’ op Nijmegen, is nationaal wellicht de belangrijkste exponent van de Katholiek emancipatie en H. Hartverering, het gedachtegoed waaruit de Heilig Land Stichting is ontstaan.
De architect Stuyt c.s. en de kunstenaar Piet Gerrits zijn erin geslaagd een complex te vestigen met daarin een uitzonderlijke combinatie van ‘oosterse’ architectonische en sculpturale objecten. Speciaal kenmerk hierbij vormt de, zowel in de samenhang als in individuele ligging, perfecte setting van de objecten. Het lijkt alsof dit stuwwalgebied gekneed is voor haar Bijbelse decorfunctie.
Dit bijna 50 ha groot Rijksmonument vormt daarmee, ook al door de vista’s, zoals de as Nebo -hoofdgebouw en de zichtlijn vanaf Profetenlaan op de Cenakelkerk, een waarlijk ‘spiritueel landschap’.
Wat is het Kerkebosje
Ook het Kerkebosje maakte onderdeel van uit van het ‘landgoed’ Landschappelijk verbonden met de Cenakelkerk, had het vroeger een parkachtige aanleg met lage begroeiing, open plekken en rechte paden als verbinding tussen dorp en kerk. Een centrale plek was ingeruimd voor het H. Hartmonument. Vanaf ongeveer 1950 werd het terrein verwaarloosd en kregen inferieure opstanden kans wortel te schieten en uit te groeien. Uit onderzoek is vast komen te staan dat aan de oostelijke en westelijke uiteinden van het terrein kwalitatief redelijke begroeiing voorkomt. De ruimte daartussen heeft qua flora en fauna nauwelijks betekenis. De centrale as, zichtlijn op de Cenakelkerk, heeft een beschermde status. Het terrein heeft al sinds 1954 de bestemming van grond voor ‘bebouwing in de non-profit-sector’. Eigenaar is de ‘Eerste Hulpstichting der Heilig Land Stichting’ , exploitant van het Begraaf- en Gedenkpark ‘Heilig Land Stichting’.
De aanwijzing tot Rijksmonument in 2004 heeft voor het gehele ‘landgoed’ een nieuwe situatie geschapen. Naast ruimtelijke ordeningsargumenten, de educatief maatschappelijke betekenis en de sociaal-economische aspecten zullen bij alle ontwikkelingen vooral de cultuurhistorische belangen van het totaal zwaar wegen. De gedachte daarbij is dat via een zogenaamd ‘dynamisch monumentbeheer’, door bebouwing, herbestemming of andere vormen van revitalisering de instandhouding van het betrokken erfgoed gewaarborgd wordt. Kortweg ‘behoud door ontwikkeling’.
Een toonaangevend restauratiebureau o.l.v. Ir. Kees Tak, mede aangetrokken op voordracht van Monumentenzorg (RACM), zal met ons erop toezien dat het begrip kwaliteit voorop staat bij het te ontwerpen totaalplan voor restauratie en herontwikkeling.
Waardering en samenhang
Het Rijksmonument Heilig Landstichting is een curiosum binnen de landelijke architectuur- en landinrichtingsgeschiedenis. Daarbij is er sprake van bijzonder stedenbouwkundige waarde, zowel als onderdeel van een cluster grootschalige r.k. stichtingen in de omgeving, als vanwege de voor Nederland aanwezige zeldzaamheidswaarde die voortvloeit uit de relatie tussen de inrichting en het geaccidenteerde terrein. Tenslotte is het van unieke cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de r.k. emancipatiebeweging en het daaruit voortvloeiende rijke roomse leven.
De Heilig Landstichting vormt het hoogte- en eindpunt voor wat betreft de devotie- of processieparken in Nederland en is het vroegste voorbeeld van het idee van een Openluchtmuseum. Alle in oosterse bouwtrant ontworpen gebouwen en objecten, alsmede de totale aanleg, hebben een hoge zeldzaamheidswaarde. De Cenakelkerk, de pastorie en de synagoge bezitten gave en bijzondere interieurs. De waardestelling door Monumentenzorg, opgesplitst in 29 complexonderdelen, is van imponerende omvang en inhoud.
Het totale complex moet dringend worden gerestaureerd. De technische staat van de diverse gebouwen laat geen uitstel meer toe. Daarnaast zijn de belangrijke zichtassen in het landschap dichtgegroeid. De museale objecten en hun landschappelijke setting vormen immers een onlosmakelijk geheel. Dhr. Eric Blok van bureau SB4 heeft opdracht tot nadere duiding en waardestelling van het landschap.
De vier afzonderlijke beheersstichtingen streven ieder op een eigen wijze naar inbedding van het oorspronkelijke gedachtegoed in de 21ste-eeuwse samenleving. Het pelgrimshuis Casa Nova biedt vanuit het katholiek gedachtegoed onderdak aan bezoekers, speciaal voor hen die behoefte hebben aan rust en/ of opvang. De Cenakelkerk beoogt een ruimte te zijn voor gelovigen en niet-gelovigen, waar, naast viering en ontmoeting, gastvrijheid en meditatie voorop staat. Het Begraaf- en Gedenkpark gaat in de context van de exponenten van het rooms-katholieke erfgoed op vooruitstrevende wijze om met het fenomeen van begraven en gedenken. Het Museumpark Orientalis bouwt het museum uit tot een interculturele en interreligieuze ontmoetingsplaats, een park waar jong en oud kan zien, ervaren en beleven dat cultuur en religie van jodendom, christendom en islam zowel in betekenis, als ontstaan en geschiedenis, nauw met elkaar zijn verbonden.
Betekenis voor de kern H. Landstichting:
Door zorgvuldig ingepaste bebouwing in het Kerkebosje is het mogelijk om tot een betere afronding van de woonkern te komen, ondermeer door het complex van/rond de parochiekerk, zoals dat ook vroeger het geval was, weer meer bij het dorp te betrekken. Ook zal door de bebouwing de al ver gevorderde verloedering van het Kerkebosje een halt toegeroepen worden. Bij ontwerp en gebruik zullen de aanwezige waardevolle cultuurhistorische en landschapselementen eerst hersteld, en later via beheersplan optimaal in stand gehouden kunnen worden.
De kern H. Landstichting moet in grote mate als ‘af ’worden bestempeld. Dat terwijl er grote druk is op de bestaande woningvoorraad en de zeer beperkte in-uitbreidingsmogelijkheden. Extra druk is er vanwege de vraag naar hoogwaardige woonlocaties (bosmilieu), en er bovendien in de kern onvoldoende doorstroommogelijkheden liggen voor de vele eigen (oudere) inwoners, die kapitale panden bezitten op voor hen meetal veel te grote kavels. Verder opsplitsing van deze kavels leidt tot verlies aan karakteristiek en identiteit van de kern. Voor met name deze oudere inwoners van de H. landstichting speelt bovendien een groot gebrek aan medische- en andere diensten voor zorg, welzijn en comfort. Een van de uitgangspunten voor de bestaande samenwerkingsovereenkomst tussen de eigenaar en de geplande ontwikkelaar is dan ook de in het woonzorgmodel op te nemen voorzieningen op dit gebied, dus zowel voor de bewoners van het woon-zorgcomplex als voor de bewoners uit de kern H. Landstichting.
Realisatie draagt dus belangrijk bij aan de instandhouding van het Rijksmonument H. Landstichting. Het levert een wezenlijke bijdrage aan herstel en behoud van de kwaliteit van het landschap en schept passende nieuwe woonmogelijkheden voor bewoners van de kern Landstichting en verhoogt via de algemeen toegankelijke voorzieningen de leefbaarheid, de vitaliteit van de kern in het algemeen.
Voortgang van het traject.
De ontwikkeling van het onderhavige traject speelt nu circa 2 jaar. Zowel vanuit de discipline van ruimtelijke ordening ( Hollandschap) als landschapshistorie ( SB4) formuleren we op dit moment de randvoorwaarden vanuit de natuur. Tegelijkertijd zijn we met coördinerend architect Kees Tak, onder advies van o.a. de Rijksadviseur Prof. Asselbergs, beland in het laatste stadium van de architectkeuze. In voortdurende terugkoppeling naar de stuurgroep voert onze partner, de Stichting Woonzorg Nederland de regie. In de planning, waarbij wat ons betreft zorgvuldigheid en kwaliteit voorrang moet hebben op de snelheid, is uiteraard ook overleg met de inwoners van de kern H. Landstichting opgenomen.
De Gemeente heeft ons onlangs bericht dat zij zich, onder druk van de Provincie, genoodzaakt ziet in december 2007 een zogenaamd voorbereidingsbesluit voor te leggen aan de Gemeenteraad. Dat zou kunnen betekenen dat de bestaande bebouwingsmogelijkheden teniet gaan, hetgeen voor de toekomst van het Rijksmonument funest zou zijn. Wel heeft B&W bevestigd dat zij haar medewerking zal verlenen aan een vóór die datum in te dienen concreet bouwplan.
Wij hebben de gemeente bericht dat de instandhouding van dit qua grootte en samenstelling unieke Rijksmonument een gedeelde zorg en verantwoording is van eigenaar en overheid. De gemeente Groesbeek is daartoe gedelegeerd door het Rijk. Bij uitstek bij ontwikkeling binnen een Rijksmonument moet er volgens de overheid sprake zijn van een integraal beleid. Dat wil zeggen een visie die uitgaat van de samenhang tussen ruimtelijke ordening, cultuurhistorie annex monumentenbeleid, economie en welzijn. Vanuit die visie willen wij, ondanks de enorme tijdsdruk die er plotseling op rust, in nauw overleg met de Gemeente toch op een zo zorgvuldig mogelijke wijze tot een kwalitatief optimaal bouwplan te komen, een plan dat door alle belanghebbenden gedragen kan worden.